Deze zijn voor jou!’ Zegt onze begeleidster in het Frans, waarna ze met een geruststellende knik vertrekt.  De vrouwelijke gids verzekert ons in goed Duits, dat we alles mogen vragen en dat ze in het Duits kan antwoorden. Dat klinkt goed, dus stop ik de papieren Duitse gids weg.
Daarna vliegt het Formule-1-Frans ons om de oren. . Per dertig Franse zinnen krijgen wij één Duitse tekst toegeworpen. De groep knikt begrijpend, instemmend en geboeid bij het geratel in hun moedertaal.
Soms snap ik ook iets, omdat de vrijwilligster materialen vast heeft waar ze iets mee uitvoert. Het gros gaat aan me voorbij. Ik zoek mijn heil bij de Duitse papieren gids en zie dat de tour minimaal anderhalf uur duurt. Ik verstop me achteraan in de groep en bedenk wat ik ga doen. Anderhalf uur in dit klasje meelopen? Voor wie? Om de juf te gerieven? Of weglopen en een afgang riskeren?
Ik begrijp dat ik niet in mijn eentje door het museum mag lopen, gezien de prachtige, gekoesterde,  gereviseerde, authentieke machinerie.
Daarbij was het al een doolhof via trappen en gangen om afgeleverd te worden bij de groep. Dus ik zou zeker verdwalen in deze setting.

Ik heb hoofdpijn en vluchtdrang. Bij een wissel van locatie, zie ik mijn kans schoon. Dwars door een andere groep bezoekers heen, beklim ik met mijn hoofd naar beneden, de treden bestuderend, de trap. De mannelijke gids staakt echter zijn relaas, zodat iedereen ruim de tijd heeft om mij vragend aan te kijken.
Na wat trappen en gangen vind ik bij de uitgang onze lieve begeleidster van het begin. Ze vraagt me bezorgd of ik het toilet zoek. Vriendelijk antwoord ik ontkennend. Als ik vervolgens mijn jas pak, zegt ze: ‘ Oh! Je hebt ’t koud?!’  Een andere acceptabele verklaring voor mijn wegloopgedrag. Ik kan niet liegen en zeg haar eerlijk, dat ik het niet kan volgen, geef haar een verontschuldigende glimlach en vertrek.

Buiten denk ik direct aan mijn kinderen in de klas. Volgens mij voel ik nu wat zij in het klassensysteem regelmatig ervaren. Sommige klassikale instructies zijn voor hen net Frans. Natuurlijk vinden ze het gênant om steeds te vragen en de rest van de groep op te houden, die het schijnbaar wel kan volgen.

Dit verhaal ga ik ze vertellen. Ze mogen gewoon even wat anders gaan doen.  En ik beloof, op een ander moment, de tijd te nemen voor ze. Zodat ze kunnen leren wat ze WILLEN leren.

Want ik WILDE wel leren in dit museum. Ik wilde heel veel leren zelfs! Ik kon het alleen niet volgen.