De instructie is gegeven. De kinderen gaan zelfstandig aan de slag in het werkboek.
Samen met juf Ada, neem ik afstand. ‘Wij gaan kijken!’
De juf zit op het puntje van haar stoel. Zodra een kind onrustig wordt, wil ze op staan om hulp te bieden. Dat is haar werk. ‘TADAAA! Hier is je redder!’
Maar is dat zo?

Anna begint te wiebelen op haar stoel. Ze lijkt vast te lopen. Vervolgens kijkt ze rond naar haar klasgenootjes. Ze krijgt geen oogcontact; iedereen is over het werk gebogen.
Anna kijkt nog eens in haar werkschrift. Ze legt haar vinger bij de opdracht en we zien haar vinger de regels volgen.
Dan zet ze haar elleboog op tafel en leunt met haar hoofd in de palm van haar hand. Haar gezicht omhoog gericht. Haar ogen bewegen alle kanten op, in haar stilstaande koppie.
Linksboven, rechtsboven, onder, weer boven. Alsof ze in haar hoofd op zoek is naar ….

Plots schuift ze haar stoel naar achteren, trekt haar laatje open en pakt haar taalboek. Ze bladert in hoge snelheid heen en weer in het boek. Haar ogen scannen de pagina’s. Bij één pagina blijft ze hangen. Ze pakt haar werkboek erbij en legt beide naast elkaar. Ze kijkt afwisselend van haar werkboek naar haar taalboek. Nu doen de wijsvingers van beide handen mee. De linkse wijst in het taalboek en de rechtse in het werkboek.

Vervolgens sluit ze haar werkboek met een ferme klap. Een aantal koppies in de klas kijken verschrikt op. Maar Anna maakt geen oogcontact. Haar bewegingen versnellen. Laatje open, boek erin, laatje dicht. Ze pakt haar potlood, schuift haar linkervoet onder haar billen op de stoel, buigt over haar schriftje  en schrijft, schrijft, schrijft. Anna heeft zichzelf gered. En juf Ada heeft ’t gezien! Twee overwinningen in één klap.

Juf en ik kijken elkaar aan. Juf Ada heeft rode wangen. Het viel niet mee om te blijven zitten.
Het zweet staat op de juiste rug nu het kind werkt.
En wat doet de leerkracht?

Na het zelfstandig werken, krijgt Anna feedforward van juf Ada.
Anna wordt bestuit voor de uitgebreide strategie die zij ingezet heeft.
‘Rondkijken, opnieuw lezen, nadenken, hulpmiddelen inzetten. GE-WEL-DIG!’
De taak van de leerkracht is zelfstandigheid en onafhankelijkheid stimuleren.
De opdracht voor de leerkracht daarin:
Loslaten terwijl je er bent.
Kijken! Terug geven! Doorvragen!

Dat is hard werken voor iedere leerkracht die uit liefde redt. En als het lukt, staat…

HET JUISTE ZWEET OP DE JUISTE RUG!