Zonnetje en ik zijn boven. Het asfalt in de straat staat zo hoog, dat het boven het raam van het kleine kamertje uitkomt. We zijn in paniek omdat onze SBB niet weg kan. Tim slaapt en Tom is niet thuis. Zonnetje en ik rennen samen naar beneden om SBB te halen. Plots is het asfalt weer laag.

Ik geloof er in dat ik niet voor niets droom.
Graag zoek ik een betekenis waar ik mee vooruit kan.

Bij deze droom:
Als ik een probleem bekijk vanuit een ander perspectief, zou dat zomaar de oplossing kunnen zijn.