‘In elke klas bevindt zich een miniatuur Bermuda driehoek waar potloden, gummen, doppen van stiften, puzzelstukjes en markers op mysterieuze wijze verdwijnen’
Deze tekst komt van www.facebook.com/topwijs

Wat doe je eraan?
In de beginperiode van mijn carrière was ik nog zo gek, om na schooltijd alle 30 laatjes te gaan controleren. Behalve de linialen, gummen, stiftdoppen, ontdekte ik allerlei andere prullaria, die mij inzicht gaven in alle niet oplettende momenten van mijn leerlingen. Ik zou een nijlpaard gum en dolfijnen kaartje ook interessanter vinden dan de instructie over het vereenvoudigen van breuken.

Tegenwoordig heb ik een pictogram waar ‘BUURTONDERZOEK’ op staat en een oude politiepet in de klas. Als ik ‘t helemaal beu ben, dat alle potloden op zijn, grijp ik de picto en de pet. Twee wondermiddeltjes.
De eerste keer worden de kinderen nogal overvallen met dit ‘spel’.
Ik zet mijn meest quasi serieuze gezicht op en roep streng ‘BUURTONDERZOEK!
En steek daarbij de blauwe kaart met de picto in de lucht.
Iedereen moet ogenblikkelijk alles uit handen laten vallen, achter zijn/haar stoel gaan staan, en één plaats doorschuiven naar het tafeltje van buurman-vrouw.
Opdracht: ‘Je gaat het hele laatje doorzoeken. Alles wat je dubbel vindt aan materialen leg je hier voor op de instructietafel. Let wel. Vind je twee potloden, dan laat je de mooiste in het laatje.’

Iedere keer weer, ben ik verbaasd hoeveel scharen en pritt stiften, ik plots in mijn lokaal heb. Waar komen die allemaal vandaan? In het begin van het schooljaar had ik er veel minder.
Er komen ook allerlei nieuwsbrieven tevoorschijn, die mij met terugwerkende kracht begrip doen opbrengen, voor sommige ouders, die dus inderdaad niet op de hoogte waren van semi belangrijke zaken. Gelukkig gaat tegenwoordig bijna alle info digitaal naar de ouders.

Gaandeweg het schooljaar, zien kinderen steeds meer mogelijkheden voor alternatieve buurtonderzoeken. Ik houd ervan als kinderen hun inventieve brein in gaan zetten, zoals wij volwassenen vaak vergeten zijn.
Zo vinden ze in de kleedruimte bij de gym een sportbroek terug, met de schuif-door-naar-de-buurman-tas  methode.
Ook het begrijpend lezen werkschriftje van Lars, dat al 3 maanden spoorloos was,  komt tevoorschijn.
Niet tot vreugde van Lars zelf. Hij is de enige die niet juicht bij dit grootse succes. En het schrift is trouwens ook spoedig weer verdwenen. Deze keer voorgoed!
Het spellingschriftje van Lisa komt pas boven water bij de tweede opsporing, omdat Lindsey het een goed plan vindt dat mijn bureau en laatjes ook meedoen. Goed bedacht Lindsey!
Wij leerkrachten zijn ook niet vies van kleine en grote beetjes verzamelwoede.

Laatst kwam juf Evelien mopperend, vanaf het magazijn, mijn klas in gelopen: ‘160 rollen plakband!!! Alles is op!? En het is pas maart.’ De laatste kinderen schuifelen naar buiten voor het speelkwartier.
Ik kijk mijn collega begripvol aan. En pijnig mijn hersenen voor een geruststellende reply.
Dan stapt Lindsey gedecideerd naar de kast achter me, pakt de politiepet en plaatst hem kordaat op mijn hoofd.
‘Het komt goed, Juf Evelien!’ Zegt ze met het volste vertrouwen en loopt naar buiten. De zon in!