Een nieuw matras. Het matras dat weg gaat is het matras waarop je ter wereld kwam. Het is alsof ik weer afscheid neem van een stukje jij.
Als ik het uitspreek zegt mijn zoon. ‘Wij zijn daar niet op geboren.’ Dat klopt!
Maar wij zijn daarop wel gemaakt!’ Zegt ie met een kwinkslag.
Zal ik ‘m dan toch maar bewaren?’ zeg ik voor de gein.
‘Ja leuk, dan kan ik later tegen mijn kinderen vertellen. Kijk kindjes, papa en je oom zijn op dit…enz.’
Wonderlijk hoe rouw en het leven in één gesprek samen kunnen gaan. Dat je op hetzelfde moment, tranen van verdriet en geluk kunt hebben. Verdriet om wat niet meer is en geluk om wat voortleeft.

Door dit ontwapenende gesprek, zie ik direct wat jij en ik allemaal meegemaakt hebben op dit matras.
Je slaapt bij me als je verdrietig bent of ziek. Je warme lijfje omhuld door mij als een liefdevolle, zorgzame deken, waar geen enkel vierseizoenen dekbed tegenop kan.
De giechel die we horen, aan het voeteneind, als je ’s morgens, veel te vroeg, stiekem bij ons in bed probeert te kruipen. Als een klein muisje, dat knabbelt aan onze tenen, om vervolgens een total-kriebel-body-check uit te voeren. Je eindigt met een zegevierend snoetje, dat boven het dekbed tussen ons in verschijnt.
Je favoriete, blauwe pyjamatruitje dat je omhoog trekt met de woorden: ‘Mama, zullen we even buiken?!’ Wat inhoudt, dat je al peuterend aan mijn nachthemd mijn buik vrij maakt. Om je vervolgens, met je volledige lengte op me te nestelen.  De warme buiken en navels die elkaar raken. Dichter bij elkaar kunnen we niet zijn.
Als je vervolgens weer op je rug tussen ons in ligt, doen we het gooispel met de trekdraad van de lamp, die bij het hoofdeinde hangt. Doel is om met de flos, onderaan de trekdraad, het plafond te raken. Dan heb je gescoord!
Wanneer je ouder wordt, stellen we de spelregels bij. Als je met de flos, de naden van het systeemplafond kan raken, heb je twee punten. Degene die het eerst 5 punten behaald, heeft gewonnen. Dan mogen we ook pas uit bed.
Je broer, die boven op zolder slaapt, wordt zo getrakteerd op menige roffel tegen zijn vloer. Waardoor uitslapen geen optie meer is. Hij gunt ons, naast een betere motoriek, ook heel veel gelukspunten. Want dat succes = rust voor hem.
We proesten, schateren en gieren van het lachen samen.
We hebben quasi discussies of punten wel tellen. Elkaar ondertussen kietelend om de flos af te kunnen pakken. We gooien expres mis, als we nog geen zin hebben om uit bed te stappen.

Nu liggen wij op een nieuw matras.
En de flos is er nog.
Als ik ernaar kijk, verschijnt er een ondeugende glimlach op mijn gezicht.
Ik kijk mijn man aan en weet…
Wie de flos het eerst te pakken heeft, mag beginnen.

Liefs mama xx