Mijn oudste herinnering ooit, is van een olifantenpaadje.
Als de kleuterjuf in haar handen klapt, om naar binnen te gaan, ontdek ik een schuin paadje, dwars door de bosjes. Normaal loop ik (braafke) netjes in een rechte hoek, om het bosje heen. Nu blijf ik stil staan en denk. Er is een soort van kleuter-Stelling-van-Pythagoras besef. Dat schuine paadje is korter. Niet netjes om het te bewandelen, maar wel sneller! En het bestaat toch al. Vanaf die dag, neem ik het schuine paadje.

De volgende oudste herinnering, is de frustratie van het prikwerkje in de eerste kleuterklas.
Thuis krijg ik al een schaar! Op de kleuterschool moet ik op gepaste afstand gaatjes prikken in een stuk papier, om vervolgens met de priknaald door te ratsen. Ik maak er een zoektocht van naar de grootst mogelijke afstand tussen de gaatjes. Eén die ondanks mijn gefrustreerde rats-techniek, nog een acceptabel resultaat oplevert. Acceptabel betekent, dat de juf het netjes vindt. Als ik ze te ver uit elkaar prik, wordt het een scheurwerk. ‘Niet goed!’ Vindt juf. Te dicht bij elkaar kost teveel tijd. Na een x aantal prikwerkjes heb ik de meest ideale afstand gevonden. En wat zegt juf na dit motorische hoogstandje? ‘Jij mag met een schaartje gaan werken.’

Later op de basisschool krijg ik strafregels. Honderd keer: ‘Ik mag niet kletsen tijdens de les.’ Iets wat ik graag doe! Nog steeds! Die honderd strafregels hebben overduidelijk hun doel gemist. Voor ik aan mijn strafwerk begin, heb ik weer een denksessie. Hoe kan ik net als bij het olifantenpaadje en het prikwerk, mijn doel sneller en acceptabel bereiken?
Ik plak een blauwe, zwarte, groene en rode Bic-pen aan elkaar met tape. Zo wordt mijn strafwerkje een beetje opgevrolijkt. Ik kies een blad zonder lijntjes, zodat de meester niet doorheeft wat ik gedaan heb. Bij iedere zin die ik schrijf heb ik 4 zinnen klaar. Dat schiet lekker op. Ik blij met de effectiviteit en de meester blij met het (vrolijke) resultaat.

Nog steeds probeer ik op een doelgerichte, efficiënte manier te werken. Liefst met een vleugje vrolijkheid. Als het kan met kleur of (on)zinnige attributen die ik een volwaardige functie geef. Als het proces of product daardoor wat vreugde krijgt is het goed.(vindt deze juf)  Ik ben een volwassen kleuter!