Met rood doorlopen ogen stap ik uit bed. Eerst maar eens die ‘hulphond’ van me een rondje bos cadeau doen. ‘Gadverdamme, wat een vreselijke nacht was dat.’ Beklaag ik mezelf, wandelend in het groen. Ik heb gehuild alsof ik haar gisteren verloren heb.
Soms heb ik dat. Steeds minder vaak. Het gevolg is dikke jankwallen onder mijn ogen en een opgeblazen gezicht. Het jeukt en mijn gezicht schreeuwt uit: ‘IK HEB EEN %$#@&! NACHT GEHAD!’  Bah bah. Dat wordt een rotdag.

Al snel springt mijn alter ego mijn hersenspinsel binnen.

Met een logge, zware, virtuele boomstam sleurend, haalt ze me in. Ze smijt de kolos midden op het pad dat ik aan het lopen ben en spreekt me streng geïrriteerd toe.
Wat ben jij aan het doen? Dit is het verkeerde pad! Ja, je hebt vannacht de hele nacht verdriet gehad. Ja, dat hoort erbij. En ja je hebt echt gigantisch, dikke, vette jankwallen onder je ogen. Dussss…?’  Ze kijkt me uitdagend aan. Haar  handen in haar zij gepositioneerd klaar voor de aanval!
Ik weet niks te zeggen. Ik denk.
Dusss…’Gaat ze verder. ‘Is je emmertje nu lekker leeg! Dat geeft ruimte. Je MAG gewoon kiezen voor een goede dag!’ Ze draait mijn schouders krachtig met twee handen om, zodat mijn neus een andere richting in wijst. Ze geeft me een schop onder mijn kont en laat me verder met rust.

Ok! Terecht! Ze heeft een punt. Goede argumenten. Gelukkig blokte ze net op tijd dat pad, wat ik niet in wil slijten. Ik stap een stuk lichter door het bos met mijn rondrennende ‘Sint Bernard- Boerenfox’.  Soms kan een stevig gesprek met mezelf erg helpend zijn.

Een half uur later sta ik op mijn werk, bij de koffie automaat te wachten, tot mijn kopje gevuld is.
Een collega legt een hand op mijn schouder en vraagt bezorgd: ‘Hoe gaat het?’
‘Goed!’ Zeg ik ‘Ik heb er zin in!’
En zo is ‘t!