Meestal laat mijn man anderen vooral aan het woord.
Vandaag heeft hij veel te vertellen, omdat we door drukte  onze dagelijkse lange wandelingen  hebben overgeslagen.
Als we bij het vennetje komen, kent zijn woordenstroom nog geen einde. Ik stap naar de rand van het ven en snuif het uitzicht op terwijl hij doorpraat. De kikkers en padden zijn in hun drukste periode. En als hij even stil valt zegt ie: ‘Wat maken die beesten een herrie!
Wat?!’ Zeg ik verbolgen. ‘Wie maakt er hier herrie?
Waarop hij met zijn droge humor een argument voor mijn voeten gooit, dat zijn eigen geluid rechtvaardigt.
Het gaat nergens over!’ zegt hij wijzend naar de druktemakers.

Wij verstaan niet wat deze kikkers of padden in hun oorverdovende relaas naar voren brengen. Gelukkig maar? Zou je er gek van worden?
Ga je voor je rust naar het bos en hoor je alle discussies aan, van het dierlijk gepeupel?
Nee, dit is beter!
Het ruisen van de bomen, het kwetteren van de vogels en het kwaken van de padden is voor ons, mensen, rustgevend. Met dit milde mantra op de achtergrond, kunnen wij onze drukke gedachten ordenen.
Wetenschappelijk is bewezen dat iedere dag een halfuurtje bos, goed is voor je welbevinden.

Ik neem aan dat de dieren en planten ons ook niet kunnen verstaan.
Wel betwijfel ik ten zeerste of ze de herrie die de mensheid maakt in hun leefgebied, als rustgevende rijkdom ervaren.
Het zou me niet verbazen als ze regelmatig roepen:
Jeetje wat maken die mensen een herrie! En ‘t gaat nergens over!