Ongelooflijk. Minstens één keer per week wordt er bij ons ingebroken.
Meestal van zaterdag op zondag.
En op feestdagen, zoals oud op nieuw en Carnaval.
Levensgevaarlijk capriolen halen ze uit, om via de bovenramen binnen te komen.
Eén probeert met de nodige nieuwjaarsborrels op, de trespa rand van het serredak vast te pakken. Hij mist, waardoor hij achterover op de picknicktafel terecht komt. Een ninja actie die op een dwarslaesie uit had kunnen lopen. Gelukkig kan ie het nog navertellen.
Bij de op één na laatste inbraak blijven er twee schoenen achter op het platdak, om moddersporen te vermijden op het bed.
Bij de laatste poging zijn de schoenen, door de andere inbreker te drogen gezet, op de vensterbank, in de zon. Sympathiek dat ze zorg dragen voor elkaar, de branche-broeders.
Onze waakhond, SBB, slaat niet eens meer aan. Hij kent het ritueel en bekijkt het kwispelend vanuit de serre. Hij wil graag meespelen, maar de deur is op slot.
Tegenwoordig blijft ie zelfs in zijn mandje, alsof ie weet dat het zinloos is.
Ik vraag me af wanneer het moment aangebroken is, dat onze beide inbrekers begrijpen, dat een huissleutel meenemen doeltreffender is.